Vaststellingsovereenkomst en pensioen

Advocatenkantoor Klabou
  • Specialisten in arbeidsrecht en verbintenissenrecht
  • Persoonlijk contact
  • Gedegen advies
  • Bevlogen advocaten
  • Financiële duidelijkheid
  • Rechtsbijstandabonnement
Wat klanten zeggen over Advocatenkantoor Klabou
10 maart 2018

In enkele steekwoorden: ‘Ik kan altijd bellen (zonder dat daar weer een factuur tegenover staat), sparringpartners, kundig, leuke mensen, mooi kantoor.

Bericht Algemeen

Vaststellingsovereenkomst en pensioen

9 juni 2021

Vaststellingsovereenkomst en pensioen

Regelmatig schrijf ik hier over de vaststellingsovereenkomst. Dit is de overeenkomst die tussen werknemer en werkgever wordt gesloten met als doel een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst. In die vaststellingsovereenkomst worden dan afspraken vastgelegd over onder andere de einddatum van de arbeidsovereenkomst (in verband met de opzegtermijn), de (transitie)vergoeding die de werknemer ontvangt, een (positief) getuigschrift, het vervallen van een concurrentiebeding en zo nog meer belangrijke punten. Eén van de belangrijkste doelen is dat de vaststellingsovereenkomst zo wordt opgesteld dat de werknemer na het einde van het dienstverband in ieder geval in aanmerking komt voor een WW-uitkering.

Voor oudere werknemers, die kort voor de AOW gerechtigde leeftijd zaten, lag het sluiten van een vaststellingsovereenkomst tot 1 januari 2021 ingewikkeld. Tot 2021 was het sluiten van een vaststellingsovereenkomst namelijk niet aantrekkelijk voor werkgevers omdat daar hoge kosten aan verbonden waren. Er moest vaak rekening worden gehouden met een lange opzegtermijn en, omdat oudere werknemers vaak al lang in dienst waren, met een vaak hoge transitievergoeding. Die kosten werden nog eens aanzienlijk verhoogd door de hoge heffing die soms moest worden betaald over de uitkering die de werknemer in dat kader ontving, om de periode tot aan zijn/haar pensioen te overbruggen.

Daar is met het inwerking treden van de ‘Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ per 1 januari 2021 verandering in gekomen. Voor zowel de werkgever als de oudere werknemer is het nu aantrekkelijker dan voorheen om te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door middel van een vaststellingsovereenkomst, om daarmee tot een soort van vroegpensioen te komen. Door de gewijzigde regelgeving hoeven werkgevers geen heffing meer te betalen als een werknemer vlak voor de AOW gerechtigde leeftijd uit dienst treedt.

Even heel ‘technisch’: door de nieuwe wetgeving is de drempelvrijstelling gelijk gesteld met de AOW-uitkering voor alleenstaanden (€ 21.200,- per jaar); daardoor kunnen afspraken worden gemaakt waarbij werknemers als het ware eerder AOW ontvangen, maar dan betaald door de werkgever. Voorwaarde hiervoor is wel dat het uit dienst treden pas  plaatsvindt in de laatste drie jaar voor de AOW-leeftijd. Het afgesproken bedrag mag in drie (jaarlijkse) termijnen of in één keer worden uitbetaald. De wet biedt de gelegenheid hiertoe gedurende 5 jaren, tot 31 december 2025. Voor die tijd dienen dus de afspraken te zijn gemaakt.

Heeft u hier vragen over. Neem gerust contact op!