Geluk bij een ongeluk – perikelen bij geldvorderingen

Advocatenkantoor Klabou
  • Specialisten in arbeidsrecht en verbintenissenrecht
  • Persoonlijk contact
  • Gedegen advies
  • Bevlogen advocaten
  • Financiële duidelijkheid
  • Rechtsbijstandabonnement
Wat klanten zeggen over Advocatenkantoor Klabou
05 december 2017

Wij hebben sinds kort het rechtsbijstandabonnement en zijn zeer tevreden. Heerlijk om eventjes te kunnen sparren met een advocaat. Zo weet je zeker dat je de juiste keuzes maakt!

Bericht Algemeen

Geluk bij een ongeluk – perikelen bij geldvorderingen

29 maart 2017

In het geval dat u zich als hoofdelijk medeschuldenaar heeft verbonden aan een (onbetwiste) schuld van een ander, en die ander betaalt niet, dan kan – en zal (!) – de schuldeiser bij u aankloppen. Omdat de schuld niet betwist is, kunt u niet anders dan de schuld betalen. En dan?

De bovenstaande situatie doet zich regelmatig voor bij holding- en werkmaatschappijen. Vaak verlangen geldschieters bij de verstrekking van kredieten of herfinancieringen aan de werkmaatschappij dat de holding zich ‘garant’ stelt voor verplichtingen (lees: rente en aflossing) van de werkmaatschappij aan de geldschieter. Meestal in de vorm van hoofdelijke aansprakelijkheid. Als de werkmaatschappij niet voldoet aan zijn verplichtingen, dan kan de geldschieter zich verhalen op de holding.

Als de vordering van de schuldeiser eenmaal door de holding is voldaan, is daarmee de kous af. Tenminste, voor de schuldeiser. In de interne verhoudingen blijft de schuld echter staan. Immers, de holding heeft in dit geval een bedrag betaald voor de werkmaatschappij. In dit soort gevallen spreken we van een regresvordering op de – in ons voorbeeld – werkmaatschappij. En een regresvordering kan worden verhaald op de werkmaatschappij.

De voordelen van een regresvordering zijn als volgt. Bij voldoening van de vordering wordt getreden in alle rechten van de schuldeiser. Niet alleen de vordering zélf, maar ook zekerheden zoals pandrechten, gaan bij betaling over. Als de schuldeiser bijvoorbeeld een bezitloos pandrecht had verkregen op de auto van de werkmaatschappij, dan gaat dat pandrecht door subrogatie over op de holding. Als de werkmaatschappij niet voldoet aan de regresvordering, dan bestaat er in ons voorbeeld de mogelijkheid om het bezitloos pandrecht om te zetten in een vuistpand en de auto op te eisen en executoriaal te verkopen.

Als de holding met de werkmaatschappij een fiscale eenheid vormt voor de omzetbelasting, dan kan de Belastingdienst betaling van de totaal verschuldigde omzetbelasting vorderen bij de holding én werkmaatschappij. Die bevoegdheid heeft de Belastingdienst ook als de werkmaatschappij in staat van faillissement wordt verklaard. Ervan uitgaande dat de aangestelde curator van de werkmaatschappij niet meteen overgaat tot betaling van de verschuldigde omzetbelasting, kan de Belastingdienst voldoening van de totaal verschuldigde omzetbelasting bij uw holding vorderen.

Ook in dit geval bestaat een regresvordering op de werkmaatschappij, voor zover de holding, in de interne verhoudingen, teveel heeft betaald aan de Belastingdienst. Dat betekent dat de holding dit bedrag als vordering in het faillissement van de werkmaatschappij kan indienen. Voordeel hierbij is dat de holding subrogeert in de (hoogpreferente!) rechten van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft namelijk een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige. Daarmee is de kans groot dat hetgeen u teveel hebt betaald via regres en subrogatie terug krijgt.

Let wel op dat sommige kredietverstrekkers, zoals banken, subrogatie uitsluiten. Dat betekent dan dat in de verhouding met de bank geen aanspraak kan worden gemaakt op de voorrechten van (voormalige) schuldeisers. De bank gaat dan voor. Het is daarom bij faillissement aan te raden om uw positie vooraf goed te bepalen en de onderliggende (krediet)overeenkomsten te bestuderen.

Neem voor vragen of meer informatie contact op met Klabou Advocaten: info@klabouadvocaten of 0515-426 366

Over de auteur