De WWZ in praktijk
29 maart 2017
De WWZ belichaamt het arbeidsrecht 2.0 (of 3.0?) en heeft tot doel de arbeidsmarkt te stimuleren door de positie van flexwerkers te verbeteren, het ontslagrecht te versoepelen en de WW te verminderen. Aangezien de WWZ al weer een poosje van kracht is, blijkt uit de praktijk dat we toch tegen enkele problemen binnen de WWZ aanlopen. Deze problemen zien op de transitievergoeding die moet worden betaald bij ontslag. Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gevraagd om een adequate oplossing te bieden. Het gaat om de volgende twee zaken.
Overgangsregeling voor de seizoenswerkers
Om te voorkomen dat tijdelijke werknemers, zoals seizoenswerkers in de horeca en recreatie niet opnieuw ingehuurd worden omdat er een angst leeft bij werkgever om een hoge transitievergoeding te betalen, komt er voor de werknemers een overgangsregeling. Deze regeling ziet er als volgt uit:
Het arbeidsverleden van tijdelijke krachten / seizoenswerkers – met onderbrekingen van ten hoogste zes maanden – tellen alleen vanaf 1 juli 2012 mee voor de transitievergoeding. Daarentegen tellen tijdelijke arbeidsovereenkomsten met een onderbreking van ten hoogste drie maanden wel mee voor wat betreft de periode vóór 1 juli 2012.
Een ander positief geluid voor werkgevers die met tijdelijk werknemers / seizoenswerkers werkt, is dat zij nog niet direct de portemonnee hoeven te trekken bij het (tijdelijk) vertrek van een seizoenswerk, mits hij de seizoenswerker de garantie biedt dat hij/zij binnen zes maanden weer aan de slag kan!
De slapende dienstverbanden
Vanaf 1 juli 2015 geldt het recht op een transitievergoeding bij het rechtsgeldig eindigen van de arbeidsovereenkomst. In de WWZ is nu zo geregeld dat de transitievergoeding is gebaseerd op het gehele dienstverband, of de werknemer nu ziek is geweest of niet. Met de huidige WWZ moeten werkgevers een transitievergoeding betalen om werknemers te ontslaan, die langer dan twee jaar ziek zijn en voor wie – dus – geen loondoorbetalingsplicht meer bestaat en waarvan het dienstverband niet formeel is beëindigd (een slapend dienstverband). De minister heeft nog niet duidelijk gemaakt of er een bijzondere peildatum komt voor dergelijke IVA-werknemers.